"7 december 1948"
Op het historische moment van de oprichting, 7 december 1948, wordt een voorlopige bestuur gekozen bestaande uit de heren Joos Eggebeen - voorzitter, Jan van den Heuvel - secretaris, Izaäk Renes - penningmeester, Sjef Schollmeijer, Harrie van der Sommen, Frans Strijbos en Chris van Wanrooij.
De contributie wordt vastgesteld op fl. 0,15 per week. Degenen die voor 24 december 1948 zijn ingeschreven als lid van de vereniging behoeven geen inschrijfgeld te betalen. Na deze datum bedraagt voor nieuwe leden het inleggeld fl. 2,50. Personen beneden de 18 jaar kunnen voorlopig geen lid worden. Een voorstel om de gepensioneerden van de N.V. in de gelegenheid te stellen gratis lid te laten worden van onze vereniging wordt met applaus begroet.
Hengelaars die niet bij Philips werkzaam zijn, kunnen geen lid worden, zij kunnen echter van het bestuur wel een vergunning krijgen om in het water van de vereniging te vissen, tegen betaling van een jaarcontributie van fl. 7,50, desgewenst te betalen in 2 halfjaarlijkse termijnen van fl. 3,75. Zij hebben dan dezelfde visrechten als de leden.
"Op naar duizend leden"
De Philips Hengelsportvereniging groeit gestadig. In januari 1951 telt de vereniging reeds meer dan zevenhonderd leden en het einde van de aanwas is nog niet in zicht. De gestadige groei is mede te danken aan de actieve inzet van het bestuur. Blijvende promoties via de Philips Koerier zijn hiervan het bewijs. Ook de aankondiging dat een eigen viswater van circa 5 ha, prachtig gelegen in de directe omgeving van Eindhoven, binnen afzienbare tijd werkelijkheid zal worden, doet menig hengelaar besluiten lid te worden van de vereniging. Naast de aanleg van een eigen viswater zijn in samenwerking met andere hengelsportverenigingen alle kanalen in en om Eindhoven gepacht voor de hengelsport.
"5 Maart 1952"
Een belangrijke en onvergetelijke dag voor de Philips Hengelsportvereniging. Niet zo zeer omdat op die dag het ”gesloten seizoen“ begint. Nee, het is een veel heuglijker gebeurtenis die een groot deel van de bijna duizend leden tot een gezamenlijke fietstocht naar de Onze Lieve Vrouwebrug in Veldhoven verleidde. Daar, in de mooie, rustige omgeving van de Dommelboorden, wordt de grondslag gelegd, o.a. door Mr. H.F. van Walsem tijdens zijn openingsrede, voor de verwezenlijking van het grote ideaal, dat hen al sinds de oprichting van de vereniging bezielde: ”een eigen viswater“. Niet zo maar een vijvertje, maar vijf hectare water te midden van een recreatie-oord, dat later in totaal een oppervlakte van vijftien hectaren zal beslaan.
"1955"
Tijdens de ledenvergadering van 1955 deelt voorzitter Eggebeen mede dat recentelijk 75.000 m2 grond is aangekocht. Het gebied is bedoeld voor de aanleg van de tweede vijver. Er zal ruim 200.000 m3 grond moeten worden verzet. Uit een oppervlakte van 7,5 hectare wordt een vijver van 5 meter diepte met omringende ”windwallen“, bermen en sloten gegraven.
"Aanleg 2de vijver"
Met bulldozers, draglines en andere mechanische middelen moeten zij volgens hun contract met de Philips Hengelsport- vereniging binnen 2,5 jaar een hoop zand van 200.000 kuub verwerken, "zand voor water". Want met elke vrachtwagen zand, het zijn er ruim 70.000 geworden, die van het terrein van de tweede vijver in Veldhoven verdwijnt, komt weer een stukje viswater gereed. Het zand uit de tweede vijver wordt gebruikt voor de grote woning- en wegenbouwplannen in Eindhoven en omgeving.
"1 Oktober 1971"
Het bestuur ontvangt een mededeling van de gemeente Veldhoven dat op verzoek van de Commissie Electriciteitswerken te ‘s-Gravenhage een hoogspanningslijn is geprojecteerd welke loopt van Eindhoven-Zuid naar Hoogeloon. Deze hoogspanningslijn komt dwars over de eerste vijver te liggen. Onder aanvoering van de beschermheer Ir. D. Noordhof verzet het bestuur zich met succes tegen de aanleg van de hoogspanningslijn over de vijvers.
"Begin jaren zeventig"
Het blijkt noodzakelijk de beschoeiing van de tweede vijver te vernieuwen. Er zijn plannen om dat zelf te doen maar dat is onbegonnen werk. Een bedrijf wordt ingehuurd om het karwei te klaren. In de jaren daarna blijken er steeds weer gaten te ontstaan in de oevers, die voortdurend weer met zand en puin opgevuld moeten worden. Een moeizaam karwei, omdat het zand en puin met behulp van kruiwagens naar de vijver moest worden gebracht.
"September 1977"
De firma Kwinten uit Westerhoven begint met het storten van bijna tweeduizend kubieke meter zwarte aarde in een brede strook van zo'n zes meter uit het talud van de bijna één kilometer lange oever. Daarnaast worden er nog enige honderden kubieke meters zwarte grond op de oevers gestort.
Vooraf wordt door de leden van de Philips Brandweer een brede strook van de op de oevers staande beplanting verwijderd om het aanvoeren van het zand met behulp van vrachtauto's mogelijk te maken. Het noodgedwongen weghalen van de beplanting wordt aangegrepen om het voetpad langs de vijver naar achteren te verleggen. Er zijn meer dan drieduizend bomen, struiken en waterplanten aangeplant en meer dan zesduizend m2 gras ingezaaid waardoor deze vijver voor de sportvissers aantrekkelijker is geworden.
"1979"
De firma Dikker uit Veldhoven biedt aan om een dam aan te leggen van schoon puin afgedekt met een halve meter aarde. De kosten zijn nihil omdat Dikker rijtijd en stortgeld uitspaart voor de stort in Acht.
"1981-1982"
Er worden in eigen beheer betonplaten gestort die gebruikt worden om de oevers te beschermen tegen het verder afkalven. Elke betonplaat, honderd kilo per stuk, wordt met mankracht op zijn plaats gebracht, meter voor meter. Het afwerken met zwarte grond gebeurt met behulp van zware machines.
"1990"
De firma Kwinten uit Westerhoven staat op de stoep met de vraag of we zo’n tienduizend kubieke meter grond kunnen gebruiken. De grond is afkomstig uit de bouwput van de nieuwbouw voor het Philips Pensioenfonds.
"Renovatie 1990"
Levering en verwerking van de grond kost niets. De afgekalfde noordwest-oever van de eerste vijver zou met de aangeboden grond verbreed kunnen worden.Het is bovendien een unieke kans om een oever te maken met veel beplanting en dat is nodig om de vis een goede leefomgeving te bieden. Na afloop zouden we beschikken we over een mooi beplante, goed toegankelijke, oever. Op wat bijkomende kosten na was alles gratis. Dus, waarom eigenlijk niet? Het aanbod wordt aangenomen.
In de zomer van 1990 wordt het materiaal aangevoerd en op de vijver verwerkt. Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om de twee bruggen bij het eiland te vervangen door dammen, met duikers van 40 cm diameter